Vitens zoekt met zakelijke klanten naar passend en zuinig gebruik van drinkwater
De vraag naar drinkwater is de laatste jaren sterk gegroeid. Hierdoor neemt de druk op de drinkwatervoorziening toe. Zoveel zelfs, dat Vitens al meerdere aanvragen van zakelijke klanten voor nieuwe wateraansluitingen of uitbreiding van bestaande aansluitingen heeft moeten afwijzen. Waar mogelijk wordt met de grootste klanten gezocht naar mogelijkheden voor passend, zuinig en efficiënt drinkwatergebruik.
Vitens gebruikt voornamelijk grondwater om drinkwater van te maken. Voor de winning van grondwater geeft de provincie vergunningen af. Deze zijn gelimiteerd om de natuur te beschermen. Drinkwater wordt niet alleen geleverd aan consumenten, maar ook aan zakelijke klanten. Bedrijven gebruiken drinkwater onder andere in producten. Maar soms ook als proceswater voor reiniging en koeling. Bij een verbruik van meer dan 10.000 kuub per jaar en 15 kuub per uur is sprake van een grootzakelijke klant, zegt Sandra Beld, relatiemanager Zakelijke Markt Overijssel. “Onze grootzakelijke klanten zijn samen verantwoordelijk voor 11 procent van onze totale drinkwaterproductie.”
Grootverbruikers van drinkwater
Ongeveer de helft van de watervraag van de bijna duizend grootzakelijke klanten komt voor rekening van de voedingsmiddelenindustrie. Beld: “Vooral zuivelbedrijven gebruiken veel water. Vanwege eisen rondom hygiëne en voedselveiligheid is bij de productie van voedingsmiddelen water van drinkwaterkwaliteit nodig. Andere grootzakelijke klanten zijn onder meer zorginstellingen, zwembaden, recreatieparken en hotels.”
Enorme toename watervraag
Door klimaatverandering, bevolkingsgroei en economische ontwikkelingen ziet Vitens een sterke toename in de watervraag. De afgelopen vijf jaar is het drinkwaterverbruik met maar liefst 10 procent gestegen. Zeker in warme en droge periodes is de vraag groot. Beld: “Door de groeiende watervraag lopen we tegen de grenzen van onze productie aan. Bij het oppompen van grondwater zijn we namelijk gebonden aan winvergunningen. Die bieden momenteel weinig tot geen ruimte. Vooral in Overijssel en de Achterhoek heeft onttrekking nadelige impact op de natuur.”
Afwijzen nieuwe aanvragen
Gevolg van de beperkingen is dat Vitens aanvragen voor wateraansluitingen steeds vaker moet afwijzen, zegt Beld. “Dat geldt voor zowel nieuwe klanten als bestaande klanten die willen uitbreiden. Waar we voorheen een aanvraag bijna altijd goedkeurden, is dat tegenwoordig anders. Eerst onderzoeken we of er water beschikbaar is. Vervolgens stellen we strenge eisen aan de toepassing van het water. Als dit bijvoorbeeld wordt ingezet voor koeling, een proces waarvoor geen water van drinkwaterkwaliteit nodig is, wijzen we op dit moment een aanvraag af. Dat is inmiddels al meerdere keren gebeurd.”
Gevolgen voor bedrijf en economie
Hoewel Vitens voor zakelijke klanten geen leveringsplicht heeft, is een aanvraag afwijzen allesbehalve wenselijk, benadrukt Beld. “Zeker voor nieuwe bedrijven heeft het grote gevolgen. Zonder wateraansluiting kunnen ze niet starten. Daardoor kan het zijn dat ze zich ergens anders vestigen. Dat is enerzijds goed, omdat op andere plekken meer water beschikbaar is. Maar voor de lokale economie van het gebied waar een bedrijf zich niet vestigt, is het wel nadelig. Voor bestaande bedrijven betekent een afwijzing dat ze het beschikbare water efficiënter moeten inzetten of water moeten hergebruiken.”
In gesprek met grootste verbruikers
Momenteel kijkt Vitens met haar grootste waterverbruikers naar mogelijkheden voor waterbesparing en hergebruik van drinkwater. Beld: “Met deze bedrijven gaan we in gesprek en vertellen we over de uitdagingen waarvoor we staan. Vervolgens adviseren we ze een waterscan te laten uitvoeren. Hiermee krijgen ze inzicht in de waterstromen en de potentie voor waterbesparing, hergebruik en inzet van alternatieve bronnen.”
Waterscan van bedrijf
De waterscan wordt uitgevoerd door een externe partner van Vitens. In zo’n scan worden de processen van een bedrijf van a tot z doorgelicht, zegt Beld. “Er wordt niet alleen gekeken naar het gebruik van drinkwater, maar ook van energie, gas, chemicaliën en afvalwater. Vervolgens wordt in beeld gebracht waar de besparingsmogelijkheden liggen en welke bedrijfsprocessen geoptimaliseerd kunnen worden. Dit levert een bedrijf natuurlijk zelf ook voordelen op: minder verbruik betekent minder kosten. Daarnaast kijken we naar alternatieven voor het gebruik van drinkwater.”
Alternatieven voor drinkwater
Hiervoor bestaan verschillende mogelijkheden, vervolgt Beld. “Het mooiste zou zijn als een bedrijf gebruikt water opnieuw kan inzetten. Gezuiverd afvalwater is vaak prima geschikt voor laagwaardige toepassingen, zoals koelwater en reiniging. Omdat zo’n zuiveringsinstallatie een flinke investering is, berekenen we ook de terugverdientijd. Verder kan in sommige gevallen afvalwater van externe partijen worden ingezet, zoals andere bedrijven op een industrieterrein of de rioolwaterzuivering. Zo creëer je een waterkringloop.”
Oppervlakte- en regenwater
Andere alternatieven voor drinkwater zijn het gebruik van regen- en oppervlaktewater. Beld: “Met een groot dakoppervlak kun je een heleboel regenwater opvangen. Dit is vervolgens bruikbaar voor bedrijfsprocessen of sanitaire voorzieningen. Dat kan een enorme besparing van drinkwater opleveren.” Grondwater is ook een optie, maar is volgens Beld wel minder wenselijk. “Dan put je alsnog uit hetzelfde watersysteem als waar wij ons drinkwater vandaan halen. Bovendien maken boringen de grondwatervoorraad kwetsbaar.”
Bedrijven gaan direct aan de slag
Beld vindt het nog te vroeg om te zeggen welk effect de gesprekken en waterscans hebben op het drinkwatergebruik van zakelijke klanten. “We zijn hier een jaar geleden mee gestart. Maar de interesse is groot, veel klanten staan open voor een gesprek. Wat mooi is om te zien is dat bedrijven zich veel meer bewust worden van de noodzaak tot duurzaam watergebruik. Bij de meeste bedrijven lijkt de potentie voor verduurzaming er ook te zijn. Na een gesprek gaan ze vaak direct aan de slag en denken ze na over hoe ze hier verdere invulling aan kunnen geven.”