In veel huizen bevindt de watermeter zich in de meterkast. Maar in sommige woningen vind je de meter in de kelder of in de watermeterput. Daar kan het flink koud worden. In combinatie met tocht kan dit ervoor zorgen dat je watermeter bevriest. Met als gevolg dat er geen water meer uit de kraan komt, of zelfs dat je watermeter kapot gaat. Een nieuwe watermeter is erg prijzig. Pak daarom je watermeter goed in. Je kunt dit doen door er bijvoorbeeld, een sjaal, krant, handdoek of anti-vorstscherm van je auto omheen te wikkelen. Zo blijft de watermeter goed beschermd tegen de vorst. Denk ook aan het goed isoleren van de ruimte waarin de watermeter en de hoofdkraan zich bevinden. Maak kieren en naden van die ruimte dicht.
De kranen die je minder vaak gebruikt, bevinden zich vaak buiten of in de schuur of kelder. Deze kranen en leidingen maken een veel grotere kans op bevriezing! Hierdoor kunnen ze kapotgaan en daar komen hoge kosten bij kijken. Het is daarom handig ze af te tappen. Hoe doe je dit? Draai eerst de stopkraan dicht en draai daarna het groene, blauwe of zwarte kraantje dat eronder zit, open. Er loopt nu al een klein beetje water uit. Tot slot draai je de buitenkraan of de kraan in je schuur of kelder helemaal open: de rest van het water loopt er dan uit. Dit betekent dat je kraan afgetapt is!
Het wordt kouder en de verwarming gaat een graadje hoger. Door het verschil tussen kou buiten en de warmte binnen, kan er condensvorming ontstaan. Dat kan meestal geen kwaad, maar de druppels kunnen ook wijzen op een lekkage.
Wil je checken of jouw watermeter lekt? Neem hem dan af met een droge doek. Duurt het langer dan vijf minuten voordat je weer druppels ziet? Dan is er condensvorming en is er gelukkig niets aan de hand! Is de watermeter of de koppeling binnen een minuut weer nat? Dan heb je waarschijnlijk een lekkage.
Lekkage? Neem contact op met ons gratis storingsnummer.