Begrippenlijst

  • Aeromonas

    Aeromonas is een bacterie die voorkomt in drinkwater. Het zijn reguliere waterbewoners. Ze komen voor in grond-, oppervlakte- en drinkwater en in voedsel. Deze bacteriën kunnen zich in het distributiesysteem vermeerderen. Dit heet nagroei en kan een indicatie zijn voor een storing in het productiebedrijf of distributiesysteem.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 1000 kve/100 ml

  • Aluminium

    Aluminium komt veel voor in de natuur. Ongeveer 8% van de aardkorst bestaat uit aluminium. Aluminium kan ook in het milieu terechtkomen door emissies vanuit de industrie, autoverkeer en aanwezigheid in de bodem. Door verzuring van de bodem is de concentratie aluminium in het grondwater in sommige gebieden gestegen. Aluminium kan goed uit het water worden gezuiverd. Normaal gesproken is aluminium voor gezonde mensen niet schadelijk. Dit geldt helaas niet voor nierdialysepatiënten. Daarom moeten drinkwaterbedrijven bij een (dreigende) overschrijding van 30 µg/l dit melden.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 200 µg/l. Zoals hierboven aangegeven, zijn we al bij een (dreigende) overschrijding van een waarde van 30 µg/l verplicht dit te melden bij de inspectie.

  • Ammonium

    Van nature komt ammonium voor in het grondwater. De hoeveelheid ammonium die in het drinkwater voorkomt, heeft geen nadelig effect op de gezondheid. Als water een hoge concentratie ammonium heeft, kan dit een indicatie zijn dat het verontreinigd is met menselijke of dierlijke uitwerpselen. Meer dan 1,5 mg/l ammonium in het water heeft invloed op de geur en is de concentratie hoger dan 35 mg/l dan kan het de smaak beïnvloeden.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 0,20 mg/l

  • Antimoon

    Antimoon is een broos metaal dat slecht warmte en elektriciteit geleid. Het wordt in lage concentraties gevonden in voedsel en water. De hoeveelheid antimoon in het water heeft geen effect op de gezondheid.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 10 µg/l

  • Arseen

    Arseen is een chemisch element dat van nature voorkomt in bepaalde gesteentes. Via stroming van het grondwater verspreidt het zich naar de bodem en het grondwater. Het komt ook in de lucht en het water terecht door verkeer, afvalverwerking en de industrie. Voor de gezondheid is het belangrijk om onderscheid te maken tussen anorganisch en organisch arseen. Het meer oplosbare anorganische arseen is giftiger dan de organische. Arseen kan effect hebben op huid- en ademhalings-, hart- en vaat-, immuun-, zenuw- en voortplantingssystemen. De gemiddelde waarden in het drinkwater zijn erg laag en ongevaarlijk.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 10 µg/l. In Nederland is de gemiddelde waarde lager dan 5 µg/l.

  • Barium

    Barium komt voor als sporenelement in rotsen. Het wordt gebruikt voor verschillende industriële toepassingen. Barium in water komt voornamelijk van natuurlijke bronnen. Het drinkwater bevat zeer lage concentraties barium die geen effect hebben op de gezondheid.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: geen normen en richtlijnen. Vitens hanteert een grenswaarde van ≤500 µg/l.

  • Boor

    Boor komt van nature voor in gesteenten. De natuurlijk concentratie boor in grondwater is laag en afhankelijk van de bodem. Het wordt voor allerlei doeleinden gebruikt: in de glasindustrie, in wasmiddel en zeep, brandvertragers, desinfecterende middelen en cosmetica. De mens krijgt boor binnen via voedsel. Het drinkwater bevat zeer lage concentraties boor die geen effect op de gezondheid hebben.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 1,5 mg/l. Van nature voldoet Nederlands drinkwater aan deze norm.

  • Cadmium

    Cadmium komt voor in diverse ertsen en fossiele grondstoffen. Het komt in het milieu terecht door het verwerken of verbranden van deze grondstoffen. Cadmium kan in zeer lage concentraties voorkomen in het drinkwater en heeft geen effect op de gezondheid.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 5 µg/l

  • Chloride

    Chloride komt van nature voor in de bronnen van ons drinkwater. De concentratie ervan is afhankelijk van de bron/winning. Ook komt chloride voor in voeding; gebonden aan andere mineralen zoals natrium, kalium of magnesium. Chloride is een belangrijk onderdeel van keukenzout. Het menselijk lichaam is in staat de chloridebalans op peil te houden. Zelfs grote hoeveelheden chloride zijn voor een mens normaal gesproken niet schadelijk. We scheiden het namelijk weer uit via de urine. In ons drinkwater komt geen chloor (een vorm van chloride) voor. Chloor wordt alleen gebruikt in het uiterste geval als desinfectiemiddel bij een bacteriële verontreiniging na bijvoorbeeld een leidingbreuk. We stellen de desbetreffende klanten altijd van tevoren op de hoogte.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 150 mg/l (jaargemiddelde). De smaakdrempel voor chloride varieert van 200 tot 300 mg/l.

  • Chroom

    In de lucht en de bodem komt chroom voor. Chroom komt daar terecht door bijvoorbeeld productie van staal, textiel en leer. Mensen kunnen op verschillende manieren met chroom in aanraking komen: inademen, huidcontact en via voedsel en drinken. Chroom is essentieel voor de mens. In drinkwater is het chroomgehalte zeer laag en heeft geen effect op de gezondheid.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 25 µg/l

  • Clostridium perfringens

    Clostridium perfringens is een bacterie die voorkomt in waterbodems. Ze zijn zeer resistent tegen hitte, droogte en desinfectie. Deze bacterie komt normaal gesproken niet voor in leidingwater. Meestal is dit pas na een besmetting van buitenaf. Na bijvoorbeeld een reparatie van een leidingbreuk worden daarom watermonsters genomen. Treffen we deze bacterie aan in het drinkwater dan wil dat niet meteen zeggen dat er een verontreiniging is. Er is dan wel sprake van een ongewenste situatie. We nemen direct maatregelen om die te verhelpen.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 0 kve/100 ml.

  • Coliformen

    Bacteriën van de coligroep (coliformen) komen normaal gesproken niet voor in leidingwater. Meestal is dit pas na een besmetting van buitenaf door bijvoorbeeld een leidingbreuk of verkeerd gebruik van de brandkranen. Na reparatie van een leidingbreuk worden daarom watermonsters genomen. Treffen we deze bacterie aan in het drinkwater dan wil dat niet meteen zeggen dat er een verontreiniging is. Er is dan wel sprake van een ongewenste situatie. We nemen direct maatregelen om die te verhelpen.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 0 kve/100 ml

  • Corrosie-index

    De corrosie-index geeft een richtlijn voor de verhouding van de concentraties chloride, sulfaat en carbonaten in drinkwater. Een goede verhouding is van belang om corrosie van gietijzer en staal zoveel mogelijk te beperken. Het gaat hier om een berekende waarde en is een maat voor de ijzerafgifte van gietijzeren leidingen. Bij een corrosie-index onder de 1 is de kans op ijzerafgifte minimaal. Als de index aanzienlijk hoger is, kunt u dat merken aan de kleur en smaak van het water.

    Normen en richtlijnen
    Er is geen wettelijke drinkwaternorm voor de corrosie-index. Vitens hanteert een grenswaarde van ≤1,5.

  • Cyaniden

    Cyaniden kunnen worden aangetroffen in sommige voedselproducten uit de derde wereld, zoals cassave. Zeer incidenteel komt een heel lage concentratie van cyaniden voor in drinkwater. Gelukkig maar, want cyaniden zijn acuut giftig.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 50 µg/l

  • Escherichia coli en enterococcen

    Deze bacteriën zijn afkomstig van menselijke en dierlijke uitwerpselen. Ze komen normaal gesproken niet voor in grondwater of in het leidingnet. Treffen we deze bacteriën wel in ons leidingnet aan, dan wordt dit veroorzaakt door een verontreiniging van buitenaf na bijvoorbeeld een leidingbreuk. Na reparatie van een leidingbreuk worden daarom watermonsters genomen. Deze bacteriën worden gebruikt als indicatorbacterie; er is dan een indicatie van een verontreiniging van het drinkwater. Als een overschrijding van deze bacteriën wordt geconstateerd, dan neemt Vitens direct maatregelen om aan deze situatie een einde te maken. Consumenten worden meteen geïnformeerd en er wordt een kookadvies afgegeven.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: voor beide bacteriën geldt max. 0 kve/100 ml

  • Fluoride

    Fluoride wordt gebruikt bij productie van aluminium, glasvezels, kunstmest, bakstenen, tegels en keramiek. Fluoride komt van nature voor in lucht, voedsel en zit in de bronnen van ons drinkwater. In lage concentraties helpt fluoride tegen tandbederf. Sinds 1976 wordt geen fluoride meer aan drinkwater toegevoegd. Dat is verboden.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 1,0 mg/l

  • Geleidingsvermogen

    Het elektrisch geleidingsvermogen is het vermogen van water om stroom te geleiden. De mate waarin hangt af van de aanwezigheid van ionen: de totale concentratie, mobiliteit, valentie en relatieve concentratie van temperatuur. Metingen van geleidbaarheid kunnen gebruikt worden voor het:

    • bepalen van de mate van mineralisatie en daarmee de effecten te berekenen van totale ion-concentratie op corrosiesnelheden;
    • evalueren van de verschillende mineraaldelen in ruw water;
    • maken van een schatting van totale hoeveelheid opgeloste stoffen.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 125 mS/m bij 20 graden

  • Hardheid

    De hardheid van water wordt bepaald door de hoeveelheid calcium en magnesium in het water. Hoe meer van deze mineralen in het water aanwezig zijn, hoe harder het water is. De verschillende bronnen voor het drinkwater, zoals grond- en soms oppervlaktewater, verschillen in hun hardheid. Zo zijn bijvoorbeeld duinwater en grondwater van nature rijk aan kalk. Hard drinkwater komt echter nog maar in enkele gebieden in Nederland voor, omdat waterbedrijven vrijwel overal het water centraal ontharden als het ruwe water een hoge hardheid heeft.

    Calcium en magnesium (totale hardheid)
    Calcium en magnesium komen van nature voor in het grondwater. Deze elementen zitten voornamelijk in steensoorten. De bekendste zijn kalk en krijt. Door de samenstelling van de bodem verschilt het gehalte van calcium en magnesium in grondwater sterk. Calcium en magnesium bepalen in belangrijke mate de hardheid van het water. Hoe meer in de drinkwaterbron voorkomt, hoe harder het water is. Hard water zorgt voor meer kalkaanslag, maar is ongevaarlijk voor de gezondheid. Hard water heeft wel effect op het milieu. De middelen om te ontkalken of bijvoorbeeld kalkaanslag te verwijderen zijn vaak agressief en komen in het riool terecht.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit (totale hardheid): >1 mmol/l. Dit is gelijk aan 5,6° DH. Sommige locaties van Vitens (zoals bijvoorbeeld op de Veluwe) hebben van nature zacht water met een hardheid lager dan 5,6° DH. Dat is prima.

    Uitgebreide informatie over de hardheid en de hardheidskaart vindt u bij de veelgestelde vragen.

  • IJzer

    IJzer zit in veel voedingsmiddelen, denk aan vlees, graanproducten, groente en fruit. In ijzerhoudende gebieden komt ijzer van nature voor in het grondwater. De mens heeft ijzer nodig; het is een belangrijk onderdeel van hemoglobine. De concentratie ijzer in het drinkwater is zo laag dat dit geen effecten heeft op de gezondheid. Zit er veel ijzer in het water, dan beïnvloedt dit wel de smaak. Het water kan dan wat metalig/bitter smaken.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 200 ug/l

  • Kalium

    Kalium komt voor in bijna alle voedingsmiddelen zoals groenten, fruit, aardappels, vlees, brood, melk en noten. Kalium speelt een belangrijke rol in de vochthuishouding in het menselijk lichaam en ondersteunt de zenuwfuncties. Bij een gevarieerde voeding zal een tekort niet voorkomen. De concentraties kalium in het drinkwater zijn zo laag dat ze geen invloed hebben op de gezondheid.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: er zijn geen normen en richtlijnen opgenomen voor Kalium.

  • Kleurintensiteit

    Naast geur en smaak, beïnvloedt de kleur van water de aantrekkelijkheid voor de consument. De kleur van water wordt beïnvloed door stoffen die van nature in water voorkomen. IJzer, mangaan en humuszuren kunnen het water bijvoorbeeld geler kleuren. Dat ziet u op een witte ondergrond zoals een wastafel of bad.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 20 mg/l Pt/Co
    De kleur moet acceptabel zijn en mag geen abnormale veranderingen ondergaan. Boven een niveau van 15 mg/l Pt/Co kan de kleur waarneembaar zijn voor de consument.

  • Koloniegetal

    Het koloniegetal 22°C is een maat voor bacteriën die van nature in water voorkomen en daar groeien. De bepaling van het koloniegetal bij 22 °C wordt meestal uitgevoerd om de invloed van het zuiveringsproces op de aanwezige micro-organismen te meten en voor de vaststelling van de nagroei van bacteriën in het distributiesysteem. Het koloniegetal geeft geen informatie over de hygiënische betrouwbaarheid van het drinkwater. Maar grote aantallen van deze bacteriën kunnen soms aanleiding geven tot geur- en smaakklachten.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 100 kve/ml (geometrisch jaargemiddelde)

  • Koolstofdioxide

    Koolstofdioxide is een gas dat van nature in water is opgelost. Het is een zwak zuur en bepaalt mede de zuurgraad en dus ook de smaak van het water. Afhankelijk van het grondwater voegen we kunstmatig CO2 toe om het water op de juiste smaak te brengen. Een deel van CO2 kan kalk in water oplossen, dat noemen we koolstofdioxide agressief. Een hoog gehalte aan koolstofdioxide agressief in water kan kalk in cement houdende leidingen oplossen. Gelukkig komt dat niet voor.

    Normen en richtlijnen
    Voor CO2 en CO2-agressief is geen wettelijke drinkwaternorm vastgesteld. Vitens hanteert voor CO2-afgressief een grenswaarde van <2,2>

  • Koper

    Koper is een metaal. Het kopergehalte in drinkwater wordt grotendeels bepaald door koperen dienstleidingen en binnen installaties. Slechts hele kleine natuurlijke concentraties komen voor in grondwater. Koper is niet ongezond. In kleine hoeveelheden is het een essentieel mineraal voor de mens. Zit er te veel koper in het drinkwater dan merkt u dat aan de smaak; die kan dan als metalig worden ervaren.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 2 mg/l

  • Legionella

    Legionella is een bacterie die nauwelijks voorkomt in koud drinkwater. Wel kunnen ze voorkomen in warmtapwatersystemen. De bacterie vormt pas een probleem als die zich kan vermenigvuldigen. Dit gebeurt vooral in water tussen de 25 en 45 graden dat lange tijd stilstaat. Besmetting met de legionellabacterie gebeurt via luchtwegen en longen. De infectie wordt overgebracht door het inademen van zeer kleine druppeltjes water. De ziekte is niet besmettelijk, maar kan ernstige gevolgen hebben voor mensen met een verminderde weerstand, zoals ouderen of mensen die ziekelijk zijn. Daarom adviseert Vitens de kranen en douche goed door te spoelen bij terugkomst van een vakantie. Kijk hier voor meer informatie.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 100 kve/l.

  • Lood

    Lood kan voorkomen in grondwater. Het grootste deel van het lood in drinkwater komt van loden binnenleidingen. De hoeveelheid lood dat in drinkwater oplost is afhankelijk van de zuurgraad, temperatuur, hardheid en de periode van stilstand van het water in de loden binnenleidingen. Gelukkig zijn er tegenwoordig amper nog loden leidingen te vinden in Nederlandse huishoudens.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 5 µg/l. Deze norm moet in ieder geval gehaald worden bij de hoofdkraan, dus vóór de watermeter. De norm geldt niet voor het water in binnenleidingen (Vitens is niet verantwoordelijk voor het al dan niet hebben van loden leidingen binnen in een woning; hiervoor is de huiseigenaar verantwoordelijk).

  • Mangaan

    Mangaan is een van de meest voorkomende elementen in de bodem. Vaak samen met ijzer, ammonium en methaan. Mangaan wordt gebruikt voor de productie van ijzer, staal en andere legeringen. Het komt voor in batterijen, glas en vuurwerk. Mangaan is essentieel voor de mens. Mangaan in drinkwater heeft geen effect op de gezondheid. Als er veel mangaan in het water zit, ziet het water er bruin uit. Dan kan het water anders smaken en wasgoed geel/bruin verkleuren. Kijk ook bij de veelgestelde vragen over bruin water.

    Normen en richtlijnen

    Drinkwaterbesluit: max. 50 µg/l

  • Natrium

    Natrium is eigenlijk gewoon zout en komt voor in het grondwater. Ook kan het vrijkomen door het gebruik van chemicaliën bij waterzuivering. De totale zoutinname hangt sterk samen met de voedselinname. Te veel zout kan een hoge bloeddruk veroorzaken. In het drinkwater zit zo weinig zout dat dit geen effect heeft op de gezondheid.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 150 mg/l (jaargemiddelde, maximum 200 mg/l)

  • Nikkel

    Nikkel is een metaal dat voorkomt in grondwater door dierlijke mest en meststoffen. Nikkel wordt toegepast in veel producten zoals roestvrijstaal, batterijen en verchroomde kranen. In voeding is nikkel een essentieel mineraal. Het kan in zeer lage concentraties in het drinkwater voorkomen en heeft geen effect op de gezondheid.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 20 µg/l

  • Nitraat en Nitriet

    Nitraat komt van nature voor in bladgroenten. Nitraat in grondwater is voor voornamelijk afkomstig van mest. Het gehalte ervan wordt voornamelijk bepaald door de intensiteit van bemesting en de samenstelling van de bodem. Zo laat bijvoorbeeld zandgrond nitraat makkelijk doorsijpelen. We zuiveren het grondwater en, in gebieden waar dat nodig is, mengen we het met ander water waarin minder nitraat voorkomt. Nitraat is vrij onschuldig; het menselijk lichaam zet slechts 5% van de ingenomen nitraat om in nitriet.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 50 mg/l voor nitraat en max. 0,1 mg/l voor nitriet.

  • Seleen

    Seleen komt van nature veel in het milieu voor en is een essentieel sporenelement voor de gezondheid. De mens heeft het nodig en krijgt het binnen via de lucht, voedsel (voornamelijk granen en vlees), water en aarde.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 20 µg/l

  • Silicaat

    Silicaat is een element dat in vrijwel alle gesteenten voorkomt en in zeer geringe mate oplost in water. Drinkwaterbedrijven gebruiken silicaat vaak als indicator om de herkomst of de ouderdom van water vast te stellen. Bijvoorbeeld als er sprake is van lekkage. Silicaat heeft geen effecten op de gezondheid.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: er zijn geen normen en richtlijnen opgenomen voor Silicaat.

  • Sulfaat

    Sulfaat komt van nature voor in mineralen en fossiele brandstoffen en wordt gebruikt bij het produceren van kunstmest, verf, glas, papier, zeep en bestrijdingsmiddelen. Sulfaat zet het oplossen van kalk in gang. Wanneer sulfaat in combinatie met chloride en waterstofcarbonaat aanwezig is in het distributiesysteem, kan corrosie optreden in gietijzeren en stalen leidingen. Er wordt dan ijzer door de leidingen afgegeven aan het drinkwater. Soms merkt u dit aan de smaak en de bruine kleur van het water.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 150 mg/l

  • Temperatuur

    Grondwater, onze bron voor het drinkwater, heeft een constante temperatuur van 10 tot 12 graden Celsius. In de zomer warmt de zon de bodem en de diverse productie- en distributiemiddelen zoals filterketels en reservoirs op. Tijdens de zuivering en het transport wordt het water hierdoor warmer. De temperatuur van drinkwater mag bij levering niet hoger zijn dan 25 °C. Een hogere temperatuur kan leiden tot een te snelle bacteriegroei. Daarnaast wordt water graag koel gedronken. De ondergrens van de watertemperatuur heeft een praktische reden: water bevriest beneden de 0 graden Celsius.

    Normen en richtlijnen
    Volgens het Drinkwaterbesluit mogen we drinkwater leveren met een temperatuur van maximaal 25°C. Er zijn omstandigheden waarin een overschrijding van de grens van 25 °C niet te voorkomen is, zoals bij een hittegolf. Een kortdurende overschrijding van de grens is niet direct een gevaar voor de gezondheid. Bij warme zomerse dagen kunt u het best de kraan, voor gebruik, even laten doorlopen.

  • Theoretisch afzetbaar calciumcarbonaat

    De TACC90 geeft aan hoeveel calciumcarbonaat (kalk) in een gesloten systeem maximaal kan ontstaan bij verwarming tot 90°C. Hoe hoger de TACC90 van het water des te meer kalkafzetting u kunt ervaren.

    Normen en richtlijnen

    Er is geen wettelijke drinkwaternorm voor de TACC90. Vitens hanteert een grenswaarde van ≤0,6 mmol/l. Onder deze grenswaarde zijn problemen met kalkafzetting niet of nauwelijks te verwachten. Uitgebreide informatie over de hardheid en de hardheidskaart vindt u bij de veelgestelde vragen.

  • Totaal anorganisch koolstof (TAC)

    Het totaal anorganisch koolstofgehalte (TAC) is de som van de gehalten aan waterstofcarbonaat, koolstofdioxide en carbonaat in water. Ligt de pH-waarde van water tussen 7,0 en 9,5 dan is het TAC-gehalte bij benadering gelijk aan het waterstofcarbonaatgehalte. Een voldoende hoog TAC-gehalte zorgt voor een beter bufferend vermogen van het water. Daardoor kunnen er geen grote pH schommelingen optreden in het distributienet. Bij een te laag TAC-gehalte kan er, door een wisselwerking tussen het drinkwater en materialen, putcorrosie in koperen leidingen ontstaan. Dit komt gelukkig maar sporadisch voor. Overigens is de echte oorzaak van putcorrosie moeilijk te achterhalen. Instanties als TNO en Kiwa zijn hierin gespecialiseerd.

    Normen en richtlijnen
    Er is geen wettelijke drinkwaternorm voor het TAC-gehalte. Vitens hanteert als drempelwaarde een TAC-gehalte van ≥24 mg/l.

  • Totaal organisch koolstofgehalte (TOC)

    Het totaal organisch koolstofgehalte (TOC) is de som van alle organische verbindingen die in water voorkomt. De meeste organische verbindingen komen in de vorm van humuszuren van nature in water voor. Hoge TOC-gehalten kunnen ervoor zorgen dat het water enigszins geel kleurt. Dit is te zien tegen een witte ondergrond zoals bijvoorbeeld wastafel of bad. Daarnaast kan een hoog TOC-gehalte bijdragen aan bacteriegroei in distributieleidingen. Dit kan de watersmaak beïnvloeden. Het water kan dan wat muf smaken.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: er is geen wettelijke drinkwaternorm voor het TOC-gehalte. Vitens hanteert als grenswaarde een TOC-gehalte van max. 5 mg/l.

  • Troebeling

    Troebeling komt voor in de meeste natuurlijke wateren. Klei, slib, colloïdale deeltjes, plankton en microscopische deeltjes veroorzaken de troebeling. De troebeling beïnvloedt de kleur, smaak en geur van water. Ook kan het via afzetting in het leidingnet effect hebben op de leidingdruk en soms leiden tot corrosie (aantasting van het leidingmateriaal). Soms ziet het water er dan wat bruin uit. Het oogt niet lekker, maar het is niet schadelijk. Wel is het zo dat door troebel water bacteriën en virussen lastiger zijn op te sporen. Ook kan het de werking van desinfectiemiddelen belemmeren. We houden in het productiebedrijf de troebeling zo laag mogelijk omdat het tijdens distributie altijd nog toeneemt.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 1 FTE (Formazine Troebelings Eenheden) vanaf het productiebedrijf en 4 FTE uit de kraan bij u thuis. 1 FTE komt overeen met 2,5 mg/l SiO2

  • UV-extinctie

    UV-extinctie is een maat voor de absorptie van licht door water. Meestal wordt deze absorptie veroorzaakt door organische stoffen in het water. Echter ook deeltjes kunnen de UV-extinctie verhogen. Een hoge UV-extinctie duidt meestal op de aanwezigheid van organische stoffen (humuszuren) in het water.

    Normen en richtlijnen
    Er zijn geen normen voor de UV-extinctie.

  • Verzadigingsindex

    De verzadigingsindex is een berekende waarde. Het is de maat voor de agressiviteit van het water in verhouding tot cementhoudende leidingmaterialen. Deze index is het verschil tussen de actuele zuurgraad van het water en de zuurgraad van het water dat volledig in evenwicht is. Heeft het water een lage verzadigingsindex, dan kan het cementhoudende leidingen aantasten. Dit kan leiden tot smaakklachten en extra kalkafzetting bij de consument.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: > -0,2 pH-eenheden (jaargemiddelde)

  • Waterstofcarbonaat

    Waterstofcarbonaat is voornamelijk een bedrijfstechnische parameter. Zo’n parameter borgt een goede technische bedrijfsvoering en een goede waterkwaliteit. Indirect kan deze van invloed zijn op andere stoffen en daarmee op de gezondheid van de consument. Voorbeelden van deze stoffen zijn: zuurgraad, zuurstof, ammonium, geleidingsvermogen en chloride. Het geeft het bufferende vermogen van water weer. Kortom; als er voldoende waterstofcarbonaat in het water zit, kan er minder koper en lood in opgenomen worden.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit > 60 mg/l

  • Zink

    Zink is een essentieel metaal. Voeding is de belangrijkste bron van de zink inname. Zink is, in vergelijking met andere metalen, niet erg giftig. Het komt in zeer lage concentraties voor in het drinkwater. Wanneer er meer dan 3 g/l in het water zit, beïnvloedt dat de smaak en kleur van het water. Ook kan er bij het koken een filmlaag op het water ontstaan.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: max. 3,0 mg/l na meer dan 16 uur stilstand.

  • Zuurgraad

    De zuurgraad, ook wel de pH-waarde genoemd, heeft een belangrijke rol bij afzettingen in het leidingnet en het oplossen van leidingmaterialen. Ook kan de pH invloed hebben op de corrosie van leidingmaterialen en dus op kwaliteitsveranderingen van het drinkwater tijdens distributie.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: 7,0 < pH < 9,5. De optimale pH om corrosie tegen te gaan bedraagt: 7,8 < pH < 8,3.

  • Zuurstof

    De hoeveelheid zuurstof in water wordt bepaald door temperatuur, zoutconcentratie en de druk. Door ijzer, mangaan, koper en zwavelverbindingen kan de hoeveelheid zuurstof afnemen. Ook daalt het zuurstofgehalte door microbiologische omzetting van organisch materiaal, vooral in sedimenten en afzettingen in het leidingnet. Als er voldoende zuurstof in het water zit, dan is de ontwikkeling van bacteriën beheersbaar. Zit er veel zuurstof in het kraanwater, dan ziet het water er gedurende een korte tijd wat wittig uit. Dit kan geen kwaad en het wit trekt vanzelf uit het glas water. Als er te weinig zuurstof in het water zit, kan dit bacteriegroei tot gevolg hebben. Het water kan dan wat muf ruiken en smaken.

    Normen en richtlijnen
    Drinkwaterbesluit: > 2 mg/l